Als intro starten we met een video van Prof. Lorimer Moseley, pijnspecialist en onderzoeker.
(Zet de Nederlandse ondertiteling op door op het wieletje te klikken en bij ondertiteling voor Nederlands te kiezen)
We bespreken hier 6 basiswaarheden over pijn (dit is meteen een van de langere pagina’s, dus geen paniek). Het is misschien verleidelijk om hier snel door te lezen, maar ik zou je willen vragen om echt de tijd te nemen en hier met volle aandacht door te gaan … want leren op zichzelf is een cruciaal onderdeel van het proces.
Dat brengt ons bij de eerste van onze 6 basiswaarheden over pijn.
Als het op pijn aankomt, geeft kennis je kracht.
Kennis is zelfs zo krachtig dat voorlichting over pijn een medisch erkende vorm van behandeling is. Professionals in de gezondheidszorg noemen het ‘Therapeutic Neuroscience Education‘, wat een mooie manier is om te zeggen dat iemand leert over de biologische processen van pijn. Wetenschappelijke studies tonen aan dat dit soort onderwijs verband houdt met afname van fysieke symptomen, verbeterde functie, verminderde angst, verbeterde mobiliteit en een rustiger zenuwstelsel.
Dus als je deze basisfeiten over pijn leest, kun je je beter voelen wetende dat je al iets doet waarvan wetenschappelijk is bewezen dat het je helpt.
Laten we daarmee verder gaan naar onze tweede fundamentele waarheid over pijn:
Pijn is ontworpen om te beschermen.
Vanuit een evolutionair perspectief helpt pijn ons om te overleven.
Als mens kunnen we pijn gebruiken om meer te weten te komen over onze omgeving en beter te worden in het vermijden van alles wat ons kan schaden. Het werkt als een soort gevaarsignaal, dat ons vertelt wanneer we te dicht bij een heet vuur komen of ons leert geen gebroken stuk glas op te pakken. Het motiveert ons ook om het rustig aan te doen wanneer onze weefsels beschadigd zijn en rust nodig hebben om te genezen.
Er zijn een paar mensen op de wereld die helemaal geen pijn ervaren, en het is geen verrassing dat deze toestand gepaard gaat met een zeer korte levensverwachting.
Het punt is – een leven zonder pijn is niet ideaal. Houd er dus rekening mee dat pijn eigenlijk is bedoeld als een nuttige ervaring waarmee je kunt overleven door je te waarschuwen voor gevaar.
Simpel gezegd, pijn is de manier waarop onze hersenen schreeuwen: GEVAAR!
Dus pijn is ontworpen om je te beschermen en veilig te houden. Dat is de reden waarom een blessure meestal pijn doet. Maar in sommige scenario’s kan pijn worden onderdrukt, zelfs als er een verwonding IS. En op andere momenten kan pijn worden geproduceerd wanneer er helemaal geen letsel is.
Dit mysterie brengt ons bij onze derde fundamentele waarheid over pijn:
Pijn is niet alleen een fysieke ervaring.
Oude modellen van pijn, die de meesten van ons opgroeiden, laten zien dat pijn alleen wordt veroorzaakt door fysieke schade aan het lichaam. In de afgelopen decennia is bewezen dat die modellen fout zijn.
We weten nu dat fysieke schade aan het lichaam een van de vele factoren is die samen uitmaken hoeveel pijn we op een bepaald moment ervaren. Maar het is eigenlijk een van de minst invloedrijke factoren.
Een voorbeeld:
Stel je voor dat je op de zetel ligt met een verstuikte enkel. Stel je voor dat je probeert recht te komen, op je gekwetste voet steunt en een kloppende pijn voelt op het moment dat je voet de grond raakt.
Stel je nu voor dat je op dezelfde zetel ligt met dezelfde verstuikte enkel. Alleen staat er deze keer een brullende leeuw achter je zetel. Als je nu probeert op te staan, voel je helemaal geen pijn. Je begint zo snel als je kunt op de geblesseerde enkel te lopen, relatief pijnvrij, totdat je in veiligheid bent. Dan, en alleen dan, begint je enkel opnieuw pijn te doen.
In elk scenario zien we hetzelfde fysieke letsel, maar een drastisch andere reactie in het pijnsysteem.
Dus hoe gebeurt dit?
Het gebeurt omdat ons pijnsysteem geavanceerd is en het alle informatie die voor ons belangrijk is in rekening neemt bij de beslissing om al dan niet pijn te produceren.
En de reden waarom het in staat is om deze beslissing op hoog niveau te nemen, is omdat je pijnsysteem een centrale operator heeft, die zich bevindt in de meest geavanceerde computer die er bestaat: je hersenen.
En dat is onze vierde fundamentele waarheid over pijn:
Alle pijn komt voort uit de hersenen.
Dit geldt voor elk type pijn dat je ooit zult ervaren – ongeacht hoe het is begonnen, hoe ernstig het is of hoe lang het al duurt. Pijn bestaat niet totdat de hersenen zeggen dat er pijn is.
Denk aan een gebroken arm. Je arm is het deel dat gewond is en je arm is het deel dat de pijn voelt. Dus je denkt misschien dat het logisch is dat de arm de pijn heeft veroorzaakt. Maar dat is niet waar. De nociceptoren (nociceptor = zenuwuiteinde dat gespecialiseerd is in het waarnemen van prikkels die een schadelijke invloed (Latijn: nocere = schaden) op het organisme kunnen hebben) in je arm waarschuwden je hersenen dat er een potentiële bedreiging is. Vervolgens besloot het centrale commando in je hersenen hoeveel pijn er moest worden geproduceerd om je tegen die bedreiging te beschermen. En toen, in een kwestie van nanoseconden, begon je arm pijn te doen.
Dit is waar voor alle soorten pijn – of ze nu worden geassocieerd met een lichamelijk letsel of niet, je hersenen produceren pijn als reactie op allerlei mogelijke bedreigingen, niet alleen lichamelijk letsel. En het maakt niet uit wat de dreiging is of hoe het symptoom zich voordoet, je hersenen zijn altijd degene die beslissen welke hoeveelheid pijn je op dit moment het beste zal beschermen.
Soms maken mensen zich zorgen dat dit betekent dat de pijn ‘helemaal in hun hoofd’ of ‘tussen hun oren’ zit, alsof ze hun pijn ‘verzinnen’ of doen alsof. En dat is gewoon niet waar. Alle pijn is even echt en alles wordt in de hersenen gecreëerd. Pijn zit dus bij iedereen ‘tussen de oren’. Dit feit verklaart WAAROM mensen dergelijke ernstige symptomen kunnen ervaren zonder dat er aantoonbare weefselbeschadiging is.
Dus hoewel pijn in elk deel van het lichaam kan worden gevoeld, ligt de beslissing om pijn als output uit te sturen bij de hersenen. En het begrijpen van dat feit is absoluut cruciaal voor het verminderen van je pijnklachten … want zodra we begrijpen HOE de hersenen hun beslissing nemen, kunnen we de uitkomst gaan beïnvloeden.
Dit alles brengt ons bij onze vijfde fundamentele waarheid over pijn:
Pijn is een mening, geen feit.
Je hersenen bepalen hoeveel pijn je precies op een bepaald moment zou moeten voelen om te overleven en beschermd te worden.
Je hersenen komen tot deze inschatting door een hele reeks vragen te beantwoorden. Ze beoordelen niet enkel of er weefselschade is of niet. maar creëren op basis van álle mogelijke informatie de hoeveelheid pijn.
Het brein kijkt of je je op deze pijn kunt concentreren of niet, hoe bang je in het algemeen bent voor pijn, hoe goed uitgerust je lichaam is om zichzelf te genezen, wat het je in je leven kan kosten om met deze pijn om te gaan, en meer. Het houdt rekening met je verleden, je geloof en overtuigingen over bepaalde dingen, enz.
We zullen deze factoren meer diepgaand behandelen in een andere les, maar onthoud dit voor nu: pijn is de mening van je hersenen en die mening weerspiegelt niet altijd de realiteit. Hier heb je zelf geen directe controle over.
- Je hersenen kunnen beslissen dat je beschermd moet worden als je dat niet zo is.
- Je hersenen kunnen beslissen dat je in groot gevaar bent terwijl je dat niet bent.
Zo is er een dikwijls gebruikt voorbeeld van een bouwvakker die op de bouwplaats op een spijker stapt.
‘De spijker ging dwars door zijn schoen heen. Met enorm veel pijn ging de man naar het ziekenhuis waar zijn schoen werd opengeknipt. De artsen zagen toen dat de spijker tussen zijn tenen zat, hij was er dus helemaal niet doorheen gegaan. Maar omdat zijn hersenen iets registreerden wat héél veel pijn moest doen, voelde hij dat ook.’
Zoals we ons leeuwenvoorbeeld eerder zagen, kunnen de hersenen ook beslissen dat hoewel je in gevaar BENT en er schade aan je lichaam IS, het creëren van pijn niet de beste overlevingsstrategie is.
Dus je brein maakt altijd een oordeel over op wat het denkt te moeten letten.
De ervaring van pijn die je uiteindelijk hebt te maken heeft veel te maken met hoe je hersenen die signalen interpreteren en wat ze voor je betekenen.
Dit leidt ons naar onze zesde en laatste fundamentele waarheid over pijn:
Om van de pijn af te komen, moet je werken op het zenuwstelsel om te kunnen behandelen.
Zelfs wanneer fysieke factoren aanwezig zijn, zijn ze niet het hele verhaal … en in de meeste gevallen van chronische pijn, zelfs de gevallen die begonnen met een verwonding of een operatie of een soort weefselbeschadiging, de bijdrage van de fysieke component aan de algehele pijnervaring is vrij klein.
Toonaangevende neurowetenschappers, artsen, fysiotherapeuten en andere artsen beginnen pijn op deze manier te benaderen. Ze kijken ernaar door een biopsychosociale lens … een lens die rekening houdt met ALLE contextuele factoren, niet alleen de fysieke veranderingen in het lichaam.
Dr. Tim Flynn, legt uit hoe ons begrip van pijn is geëvolueerd:
Dr. Flynn: “Het biopsychosociale model is relatief nieuw. Het grootste deel van de geneeskunde in de 20e eeuw was gebaseerd op een Descartes-model van een zeer lineaire benadering van ziekte. Met andere woorden, we gebruiken medische beeldvorming en als we iets verkeerd zien , nemen we aan dat dit het probleem is en we stoppen het, branden het uit, injecteren het, enz. Dat is een heel oud model van pijn, en dat is echt het model van ziekte dat veel artsen tot op de dag van vandaag dragen, vooral als we kijken naar musculoskeletale pijn.
Een biopsychosociaal model is er een waarin de biologie van de mens, de psychologie van dat individu, en het sociale raamwerk en constructies waarin dat individu zich bevindt, zijn opgenomen. We kunnen vrijwel dezelfde biologie hebben en dezelfde letsels oplopen, maar afhankelijk van onze psychologische en sociale kaders op dat moment, met een heel ander resultaat. We kunnen een ander vermogen hebben dat bepaalt of we voor dat trauma kunnen compenseren.
Het biopsychosociale model omvat wat het echt betekent om mens te zijn. Dus als we met een klacht over pijn komen, moeten we echt al die factoren in overweging nemen, niet alleen de biologie op dat moment. ”
Gedurende miljoenen jaren van evolutie hebben we verschillende signalen ontwikkeld om ons voor gevaar te waarschuwen. Pijn waarschuwt ons bij een structureel letsel voor het veroorzaken van extra weefselschade, vermoeidheid laat ons weten dat we moeten rusten, honger waarschuwt ons dat we moeten tanken met voedsel. En meestal werken deze signalen prima.
Wanneer je pijn hebt door een fysiek letsel, laat je de blessure rusten zodat deze kan genezen. Als je moe bent, doe je een dutje zodat je kunt herstellen. Als je honger hebt, eet je iets.
Maar onze hersenen hebben nooit een systeem ontwikkeld dat het ene type gevaar perfect van het andere kan onderscheiden. Oeps.
Dit betekent dat soms onze beschermingsmechanismen per ongeluk kunnen worden geactiveerd.
Laten we angst als voorbeeld nemen. Angst is een gevaarsignaal dat zich ontwikkelde, zodat we sneller konden rennen of harder vechten als we geconfronteerd worden met een fysieke dreiging.
Angst is geweldig wanneer een beer je achtervolgt, maar het is niet zo nuttig tijdens een belangrijk sollicitatiegesprek.
En omdat de hersenen het ene type gevaar niet altijd van het andere kunnen onderscheiden, kan het reageren op een psychologisch gevaar (ik hoop echt dat ik dit sollicitatiegesprek niet verknoei) alsof het een fysiek gevaar is (ik hoop echt dat deze beer mij niet opeet).
Dit is de reden waarom we angst kunnen ontwikkelen, zelfs in situaties waarin ons leven niet in gevaar is. Onze hersenen interpreteren de aard van de dreiging verkeerd en activeren het verkeerde gevaarsignaal.
Bekijk enkele voorbeelden van andere psychologische gevaren (en hoe ze zich kunnen ontwikkelen):
Je vraagt je misschien af, wat heeft dit allemaal met pijn te maken?
Vergeet niet dat pijn ook een gevaarsignaal is. Dus als we een psychologisch gevaar voelen, kunnen onze hersenen de situatie verkeerd interpreteren en reageren met pijn. Het is gewoon een ander geval waarin onze hersenen het verkeerde gevaarsignaal activeren. Dit is hoe we pijn kunnen ontwikkelen, zelfs als er geen echte weefselschade is.
Een voorbeeldje:
Omdat de ambitie van peuters dikwijls hun coördinatieniveau overtreft, vallen ze dikwijls. En dan is er een moment net nadat ze vallen, wanneer ze naar jou of een andere volwassene kijken en wachten om te zien hoe er gereageerd wordt, voordat ze bepalen hoe ze zich voelen.
Als je bezorgd en geschrokken reageert, naar hem/haar toe rent, vraagt of alles ocharme wel in orde is, dan beginnen ze dikwijls te huilen … ervan overtuigd dat ze zich behoorlijk pijn gedaan moeten hebben. Als je in plaats daarvan rustig zegt: “Hé, je bent precies een beetje gestruikeld. Niks aan de hand, loop maar gewoon verder”, zijn ze vaak weer aan het lopen voordat je je zin afgemaakt hebt.
De manier waarop je reageert, versterkt een gevoel van gevaar of een gevoel van veiligheid.
De angst achter de pijn
Pijn is een gevaarsignaal. En in het geval van pijn in de neurale paden, bepaalt de manier waarop we reageren of dit signaal aan blijft of uitschakelt. Wanneer we met angst op pijn reageren, versterkt het een gevoel van gevaar en blijft de pijn bestaan.
Angst is de brandstof voor de pijn.
Als je je angst overwint, worden je gevaarsignalen uitgeschakeld en vermindert of stopt de pijn. Dus in sommige gevallen is het geen pijnprobleem dat je hebt, maar is het een angstprobleem. De pijn is slechts het gevolg.
Natuurlijk is het gemakkelijker gezegd dan gedaan om de angst voor je pijn te overwinnen. Het is moeilijk om niet bang te zijn voor iets dat zo inherent eng is. Maar dat is een van onze doelen, en het is een van de dingen waar we de komende weken naartoe zullen werken.
Hier is nog een verhaal om deze concepten te illustreren.
Op een avond tijdens zijn tweede jaar op de hogeschool, studeerde Jens voor een groot eindexamen. Hij moest het goed doen, zodat hij geslaagd zou zijn, zodat hij later een geweldige baan kon krijgen, zodat hij veel geld kon verdienen (ah, de cirkel van stress …)
Uit het niets kreeg hij vreselijke rugpijn.
Wat veroorzaakte zijn plotselinge pijn? Fysiek gebeurde er niets met zijn rug. Maar hij had veel psychologische stress (als ik het niet goed doe met deze test, ga ik arm of werkloos worden en terug bij mijn ouders moeten wonen). Zijn hersenen voelden gevaar, het interpreteerde verkeerd wat de werkelijke dreiging was, en het gaf de verkeerde output: pijn.
En zo kunnen we pijn ontwikkelen, zelfs als er geen letsel is.
Er twee hoofddoelen om je symptomen te overwinnen.
1. Leer je hersenen dat de pijn niet gevaarlijk is
2. Leer je hersenen dat de psychologische stressoren die het heeft leren vrezen (woede, verdriet, confrontatie, intimiteit, etc.) niet echt gevaarlijk zijn.
De komende weken gaan we werken aan het bereiken van deze doelen. Je gaat nieuwe technieken leren om je angst onder ogen te zien, psychologische barrières te overwinnen en te werken aan het deactiveren van je gevaarsignalen.
Met andere woorden, we gaan proberen je hersenen het ding te geven dat het meest nodig heeft: een gevoel van veiligheid.
Tem je pijnbeest!
SAMENVATTING
De 6 basiswaarheden over pijn
1. Kennis geeft je kracht.
2. Pijn is ontworpen om te beschermen.
3. Pijn is niet alleen een fysieke ervaring.
4. Alle pijn ontstaat in de hersenen.
5. Pijn is een mening, geen feit.
6. Om van de pijn af te komen, moet je de hersenen behandelen.
Bronnen
Explain pain – David S. Butler & G. Lorimer Moseley
Explain Pain Supercharged – G. Lorimer Moseley & David S. Butler
Youtube.com